dinsdag 28 februari 2012

Van alles wat

De afgelopen dagen weer wat leuke waarnemingen gedaan. Een korte samenvatting.
Vrijdag hoorde ik in het parkje hier vlakbij onmiskenbaar een goudvink. Terwijl Brammetje elk grassprietje besnuffelde, liepen we in de richting van de Laarstraat. Bijna aan het einde van het wandelpad staan bomen en struiken aan de rechterkant. Het geluid werd steeds duidelijker, en zo te horen was het er meer dan een. Even dacht ik er zelfs drie te horen. Ja, daar zag ik het prachtige rood van het mannetje! Dichtbij, in de nog kale struiken. Wat hogerop hoorde ik er nog een. Door de kijker zag ik dat het zijn wederhelft was. Ze wachtten onze komst niet af, en vlogen over het veldje heen, de bomen in.
Zondagochtend zat ik zoals gewoonlijk naar Vroege Vogels te luisteren. In de voortuin zag ik in de Berberishaag een winterkoninkje scharrelen. Behendig wipte hij tussen de venijnig prikkende takken door, en pikte hier en daar een spinnetje weg. Zo grappig om te zien! Hij bleef van het ene naar het andere struikje hippen, om dan daar weer minutieus de takjes af te zoeken naar iets eetbaars. Het zou leuk zijn als hij bleef, en wellicht een nestje zou bouwen in de tuin.
Gisteren scheen een waterig zonnetje; mooi voor een wat langere wandeling. Ik liep met Bram naar de Voorbeeklaan, naar het waterbekken. Kokmeeuwen schreeuwden ons tegemoet. Een enkele al met de donkerbruine kap, maar de meesten nog met 'koptelefoontje' en hier en daar al wat donkere veertjes op de kop. Tussen de biezen aan de overkant, zag ik een mannetje wintertaling zwemmen. Even verderop, nog drie, vergezeld van twee vrouwtjes. En bijna aan het eind van de plas, nóg een paartje. Ook zwommen er wat 'soepeenden'. En hé, daar was ook het vrouwtje mandarijneend weer, dat ik vorige week (of was het alweer eerder) ook zag in het slootje.
We liepen het bos in, aan het eind van de Voorbeeklaan. Grote bonte spechten riepen en roffelden luid, en vlogen van boom naar boom achter elkaar aan. Ook de boomklevers lieten zich horen. Ik zag er eentje, die een oud spechtenhol inspecteerde. Ook een paartje kauwtjes was in die woning geïnteresseerd. Op de terugweg schroefden twee buizerden op de thermiek langzaam hoger de lucht in.
Vanmorgen eerst Diepenvoorde geprobeerd, maar helaas versperde een van de grote Schotse hooglanders ons de weg. Dan maar met een omweg. Aan de overkant Diepenvoorde, aan de Burgemeester Mollaan, is een veldje. Dit grenst aan de Tongelreep, en in het voorjaar en de zomer bloeien hier de mooiste wilde planten: slangenkruid, ooievaarsbek, kaasjeskruid, om maar wat te noemen. Aan de randen staan struiken, die nu nog kaal zijn. Ik zag er wat vinkachtigen uit vliegen. En ik dacht wederom een goudvink te horen! De moeite waard om even het veldje op te lopen. Van de grond vlogen nog wat vinken op, en een zanglijster (die hoor je nu trouwens weer overal zingen).
In de bewuste struiken zat een vijftal huismussen, en ik dacht ook een ringmus te herkennen. Iets verderop rechts zag ik twee vogels die net een slagje groter waren. Goudvinken! Weer een mannetje en een vrouwtje. Ze pikten van de knoppen die aan de takken stonden. Wat zijn ze toch schitterend! Ik kon weer met een mooie 'buit' naar huis.

Geen opmerkingen: