zaterdag 4 februari 2012

Sprookjesachtig

Ook vanochtend kon ik de verleiding niet weerstaan om van het schitterende weer te genieten. Flink koud, dat wel: het vroor zeker 10 graden vannacht. Maar het dikke pak sneeuw en het heldere zonnetje riepen me naar buiten. Eerst nog even 'mijn' mezen, roodborst, merel, vinken en groenlingen van eten voorzien.
Daarna herhaalde het inpak-ritueel zich, met als toevoeging de snow-steps onder mijn laarzen. Kost even wat moeite, maar dan heb je ook wat. Eén uitglijer was meer dan genoeg!
Ik volgde de route die ik afgelopen week al eens gelopen had: langs het talud van de A2/A67 aan de zuidkant heen, onder het viaduct door, en langs de noordzijde terug. Vooraf even door het parkje, want stel dat ik die ene goudvink zou missen...maar weer geen goud wat er blonk, 'slechts' koper. Uit de besdragende struiken vloog een koperwiek op, en daar achteraan ook twee kramsvogels, met hun onmiskenbare tsjak-tsjak-tsjak roep.
Daarna liep ik achter de struikensingel het pad langs het geluidsscherm van de snelweg op. Het besneeuwde talud is een perfecte heuvel om met een slee vanaf te glijden, waarvan dan ook veel kinderen dankbaar gebruik maakten. Met gevaar voor eigen leven zigzagde ik tussen de langszoevende sleetjes door.
Ook voor vogels bleek de in de zon liggende heuvel aantrekkelijk: uit de aangeplante boompjes vlogen een aantal vinken en koolmezen op. En een eindje verder zag ik zeker dertig spreeuwen van de grond opvliegen, gevolgd door wederom twee kramsvogels en een viertal koperwieken.
Aan het eind van het pad sloeg ik rechtsaf het fietspad op, dat onder het viaduct doorloopt. Hier lag vrijwel geen sneeuw, waardoor het me duidelijk werd hoe mijn snow-steps aan hun naam gekomen zijn (anders hadden ze wel asfalt-steps geheten). Het liep allesbehalve makkelijk. Met die metalen dopjes onder mijn voeten, klonk het alsof er een voetbalelftal onder het viaduct doorliep. Gelukkig had het aan de Eindhovense kant van de snelweg ook gesneeuwd, dus ik draaide het pad aan de noordzijde op. In de struiken op het aangrenzende golfterrein klonk het zilveren belletje van een pimpelmees, en een koolmees riep me na : 'ziedietwee ziedietwee...'. Ik was toch echt maar alleen! Op een lantaarnpaal langs de A2 zat een torenvalk geduldig te wachten of er misschien een verkleumde muis zich uit de ondergesneeuwde graspollen waagde. Het was blijkbaar toch te koud om lang stil te zitten, want hij ging op de wieken en zeilde naar de overkant van de weg. 0ok een buizerd vloog boven de snelweg, achterna gezeten door een paar zwarte kraaien.
Het was nog te lekker weer om aan het eind van het pad alweer de afslag naar huis te nemen. Dus ik besloot nog een rondje langs de Tongelreep te maken. Onderweg kwam ik wat kool- en staartmezen tegen, en af en toe zag ik een roodborstje uit de oeverbegroeiing opvliegen. Het bos was sprookjesachtig mooi. Een dik pak sneeuw op de grond, en ook op elk takje, twijgje en rietpluim leek een dotje watten te liggen. Door de warmte van de zonnestralen, vielen er soms hele plukken sneeuw naar beneden. Het leek of vrouw Holle haar bed stond op te schudden. Heerlijk uitgewaaid kwam ik weer thuis.

   

Geen opmerkingen: