dinsdag 28 februari 2012

Van alles wat

De afgelopen dagen weer wat leuke waarnemingen gedaan. Een korte samenvatting.
Vrijdag hoorde ik in het parkje hier vlakbij onmiskenbaar een goudvink. Terwijl Brammetje elk grassprietje besnuffelde, liepen we in de richting van de Laarstraat. Bijna aan het einde van het wandelpad staan bomen en struiken aan de rechterkant. Het geluid werd steeds duidelijker, en zo te horen was het er meer dan een. Even dacht ik er zelfs drie te horen. Ja, daar zag ik het prachtige rood van het mannetje! Dichtbij, in de nog kale struiken. Wat hogerop hoorde ik er nog een. Door de kijker zag ik dat het zijn wederhelft was. Ze wachtten onze komst niet af, en vlogen over het veldje heen, de bomen in.
Zondagochtend zat ik zoals gewoonlijk naar Vroege Vogels te luisteren. In de voortuin zag ik in de Berberishaag een winterkoninkje scharrelen. Behendig wipte hij tussen de venijnig prikkende takken door, en pikte hier en daar een spinnetje weg. Zo grappig om te zien! Hij bleef van het ene naar het andere struikje hippen, om dan daar weer minutieus de takjes af te zoeken naar iets eetbaars. Het zou leuk zijn als hij bleef, en wellicht een nestje zou bouwen in de tuin.
Gisteren scheen een waterig zonnetje; mooi voor een wat langere wandeling. Ik liep met Bram naar de Voorbeeklaan, naar het waterbekken. Kokmeeuwen schreeuwden ons tegemoet. Een enkele al met de donkerbruine kap, maar de meesten nog met 'koptelefoontje' en hier en daar al wat donkere veertjes op de kop. Tussen de biezen aan de overkant, zag ik een mannetje wintertaling zwemmen. Even verderop, nog drie, vergezeld van twee vrouwtjes. En bijna aan het eind van de plas, nóg een paartje. Ook zwommen er wat 'soepeenden'. En hé, daar was ook het vrouwtje mandarijneend weer, dat ik vorige week (of was het alweer eerder) ook zag in het slootje.
We liepen het bos in, aan het eind van de Voorbeeklaan. Grote bonte spechten riepen en roffelden luid, en vlogen van boom naar boom achter elkaar aan. Ook de boomklevers lieten zich horen. Ik zag er eentje, die een oud spechtenhol inspecteerde. Ook een paartje kauwtjes was in die woning geïnteresseerd. Op de terugweg schroefden twee buizerden op de thermiek langzaam hoger de lucht in.
Vanmorgen eerst Diepenvoorde geprobeerd, maar helaas versperde een van de grote Schotse hooglanders ons de weg. Dan maar met een omweg. Aan de overkant Diepenvoorde, aan de Burgemeester Mollaan, is een veldje. Dit grenst aan de Tongelreep, en in het voorjaar en de zomer bloeien hier de mooiste wilde planten: slangenkruid, ooievaarsbek, kaasjeskruid, om maar wat te noemen. Aan de randen staan struiken, die nu nog kaal zijn. Ik zag er wat vinkachtigen uit vliegen. En ik dacht wederom een goudvink te horen! De moeite waard om even het veldje op te lopen. Van de grond vlogen nog wat vinken op, en een zanglijster (die hoor je nu trouwens weer overal zingen).
In de bewuste struiken zat een vijftal huismussen, en ik dacht ook een ringmus te herkennen. Iets verderop rechts zag ik twee vogels die net een slagje groter waren. Goudvinken! Weer een mannetje en een vrouwtje. Ze pikten van de knoppen die aan de takken stonden. Wat zijn ze toch schitterend! Ik kon weer met een mooie 'buit' naar huis.

dinsdag 21 februari 2012

Eten en gegeten worden

Op deze stralende bijna-voorjaarsochtend zat ik van mijn ontbijtje te genieten. Buiten kwamen ook kool- en pimpelmezen hun lege maagjes weer vullen. Ze vlogen af en aan op de pindanetjes die ik zowel in voor- als achtertuin heb hangen.
Plotseling een kabaal in de achtertuin. Het geluid leek op staartmezen, dus ik ging een kijkje nemen door het raam. In de sering zat een pimpelmees te schelden op de witte kat van de buurvrouw, die met gemak tegen de muur tussen de twee tuinen op sprong, en vervolgens verdween tussen de aangrenzende coniferen. Even keek ik nogmaals naar links waar de pimpelmees nog zat. In mijn rechter ooghoek zag ik de kat weer uit de coniferen tevoorschijn komen. Nu met een fladderend familielid van het pimpeltje in zijn bek! Hij sprong aan de andere kant van de muur af, waar hij waarschijnlijk nog even met zijn buit gespeeld heeft, om hem vervolgens triomfantelijk aan zijn vrouwtje aan te bieden. Ik wil ook niet weten wat hij nog allemaal met het arme beestje heeft uitgespookt; ik weet het: ook dit hoort bij de natuur, maar daar hoef ik op de vroege ochtend toch geen getuige van te zijn!

De eerste voorjaarsbloeiers: Winteraconiet...

Brammetje was intussen ook wakker, en moest nodig naar buiten. Blokje om door het parkje. Ook hier kwam ik pimpel- en koolmezen tegen, die scharrelden tussen de struiken. Ik hoorde een vink zijn liedje zingen, compleet met slag aan het eind, voorbode van de lente.
Hé, en dat zachte 'pjuu-pjuu-pjuu', was dat niet...? Ja, hoor, daar vloog een prachtig rode goudvink-man op uit de struiken! Hij vloog naar de andere kant van het grasveldje, waar ik vorige jaren ook al eens goudvinken heb gezien. Brammetje wilde nog wat snuffelen, dus op ons gemak liepen we rondom het grasveld. Na een minuut of tien kwamen we langs de struiken waar de goudvink naartoe gevlogen was. Ik keek tegen de zon in, dus verwachtte niet dat ik hem nog zou zien. Maar zijn zachte fluitje verraadde hem weer. Daar zat hij, prachtig in het zonnetje, hoogstens twee meter bij me vandaan. Met acrobatische toeren die in circus Renz niet zouden misstaan, wist hij een paar verschrompelde Gelderse Roos-bessen te pakken te krijgen. Hierdoor kon ik hem van alle kanten mooi bekijken. Sommige vogels blijven een feest om te zien, en daar is de goudvink er een van!

... en Sneeuwklokjes


zaterdag 18 februari 2012

Excursie Vughtse Gement en Crèvecoeur

Vandaag kon ik eindelijk weer eens mee op excursie met de vogelwerkgroep. Door omstandigheden had ik de vorige twee voorbij moeten laten gaan.
Op het programma stonden eigenlijk het Soerendonks Goor en de Zinkplas bij Budel. Maar omdat er waarschijnlijk nog ijs op beide plassen zou liggen, waren de plannen gewijzigd. Dus togen we met twee volle auto's (8 deelnemers; een grote groep voor onze doen) om 8 uur richting Vught. Missie: kleine en wilde zwanen, en nonnetjes (voor mij vooral de mannetjes van deze laatste soort, want die had ik nog nooit goed gezien).
Al rijdend door de polders van de Vughtse Gement zagen we een flinke gemengde groep van kol- en rietganzen. Ook een enkele grauwe gans zat ertussen. Even dachten we ook een roodhalsgans te hebben gezien, maar helaas bleek de wens de vader van onze gedachte. Terwijl we de groep stonden te bekijken, kwamen in de verte, hoog boven de graslanden grote 'zwermen' ganzen aanvliegen. Even was ik weer terug bij Lac du Der, waar enorme slierten kraanvogels op dezelfde manier onze richting op kwamen.
Luid gakkend begroetten de ganzen elkaar, en voegden honderden kolganzen zich bij de grazende groep. Dit schouwspel herhaalde zich nogmaals; indrukwekkend!
Tijdens een kop koffie 'in het veld' vlogen een paar kleine groepjes veldleeuweriken over. Je hoort ze voordat je ze ziet. Een klein beetje opgewarmd door de koffie reden we weer verder. Er moest hier ergens een groep kleine zwanen bivakkeren. We verbaasden ons over de vele grote zilverreigers die her en der uit de slootjes opvlogen.
Aan de horizon verscheen een witte streep, die we herkenden als een groep zwanen. Dat moesten ze zijn! Met gepaste snelheid reden we er zo snel mogelijk heen. Links van de weg, achter een rij bomen en struiken foerageerde een geweldige groep kleine zwanen op een akker, in gezelschap van enkele tientallen knobbelzwanen. Even keken ze wat nerveus op toen we uit de auto's stapten. Maar doordat we ons verdekt konden opstellen achter de bomen, aten ze al snel weer ongestoord verder. De schatting van Piet, meer dan 200, en mijn telling, 235, kwamen aardig overeen. Wat een prachtige groep!
Opgetogen reden we weer door. Op een kruising waar we rechtsaf zouden moeten, zag ik links heel in de verte iets wat ook op zwanen leek. Toch de moeite waard om de route iets aan te passen. Een groep van 30 wilde zwanen bleek op het grasland vlak langs de weg te zitten. We stapten niet uit, want dan zouden ze opvliegen. Maar vanuit de auto waren ze prachtig te bekijken. We konden duidelijk het verschil in snavels zien met hun kleine neven: een gele 'driehoekige' vlek, in plaats van de afgeronde gele vlek bij de kleine zwaan.
Op weg naar onze laatste bestemming kwamen we nog een groepje knobbelzwanen tegen, waar ook een gezinnetje wilde zwanen bij liep: pa, ma en twee grijze juvenielen.
De route naar Crèvecoeur, vlakbij Hedel, was allesbehalve saai. We kwamen onder andere door de dorpen Vlijmen en Haarsteeg, die we goed konden bekijken doordat we achter een stapvoets rijdende carnavalswagen reden.
Vlakbij de militaire oefenterreinen Crèvecoeur en Engelense Gat, parkeerden we de auto. Op de plas waar we aan stonden, zagen we veel kuifeenden. En ja: daar zwommen ook enkele vrouwtjes nonnetjes! Grijsachtige vogels, met een kastanjebruine kop en witte wangen. Mooi, maar voor mij nog niet genoeg. In de verte zag ik nog een groepje kleinere vogels. Ik had helaas mijn goede kijker (in de revisie) niet bij me, waardoor ik niet scherp kon zien wat het waren. Maar wel zag ik er één vrijwel witte vogel bij, die steeds onderdook. Ik legde de anderen uit waar ik hem zag, en ja: volgens hen was het een mannetje 'non'. Zo snel mogelijk liepen we het pad langs het water af, in de richting van 'mijn' vogels. We konden vrij dichtbij komen. Eindelijk stond ik oog in oog met die schitterende vogel, die ik tot nu toe alleen uit mijn vogelboek kende! Ja, lang geleden tijdens een andere excursie was me verteld dat die witte stipjes in de verte op het water mannetjes nonnetje waren. Maar echt goed had ik ze nog nooit gezien. Wat een elegante vogel, bijna helemaal wit, met hier en daar een zwart toefje of lijntje. Missie geslaagd!
Na een heerlijke kop soep in het vlakbij gelegen chauffeurscafé, een korte wandeling, en nog een laatste blik op de nonnetjes, reden we huiswaarts.
Ondanks (of juist dankzij) de voornamelijk witte vogels die we gezien hebben, een kleurrijke dag!

vrijdag 10 februari 2012

Blauw en wit

Het aanbod vandaag van Herman, een van de vogelwerkgroepleden (mooi scrabblewoord!) dat hij me wilde ophalen om samen vogels te gaan kijken, kon ik niet afslaan. Wederom prachtig winterweer: enkele graadjes vorst, zonnetje en een strakblauwe lucht.
We reden naar de visvijvers in Valkenswaard, waar ik maandag de ijsvogel (s) zo mooi had gezien. Herman was naar aanleiding van mijn enthousiaste verhaal ook gaan kijken, maar had hem niet kunnen ontdekken. Wel had hij twee witgatjes, twee roodborsttapuiten (erg vroeg!) en een watersnip gezien. Daarom zouden we nu nog een poging wagen.
Toen we uit de auto waren gestapt, liepen we langs het ijsvogel-slootje. Precies hier had Herman ook een witgatje gezien. En ja hoor: we waren nog maar net onderweg, en daar schichtte een donker vogeltje met spitse vleugels en een wit gatje (zo makkelijk is het!) over het stroompje weg.
We keken naar het einde van het water, om te zien waar hij gebleven was. Ik zag ineens een silhouet van een vogel vliegen, en landen op een takje. De ijsvogel! Hij zat te schitteren in de zon, het blauw-groen-oranje spatte ervan af.
We liepen een flinke ronde achter de visvijvers door. Langs het pad loopt nog een slootje. Via buizen die in het slootje uitmonden wordt (denk ik) overtollig water afgevoerd. Op sommige plekken had de vorst van het uit de buizen vallende water prachtige kunstwerken gemaakt. Kathedralen van ijs, schitterend!
Plotseling vloog ook hier een ijsvogel op. Hij ging aan de andere kant zitten, achter een dijkje waardoor we hem niet meer konden zien.
Ook zagen we een grote zilverreiger. Eerst vrijwel niet te zien, doordat zijn spierwitte lijf wegviel tegen de sneeuw. Maar toen hij bovenop het dijkje vloog, liet hij zich prachtig bekijken.
Al lopend stelden we ons voor hoe vogelrijk dit gebied ook in het voorjaar moet zijn. De hoge populieren, veel onderbegroeiing in de vorm van boompjes en struiken, en de riviertjes/slootjes die ertussendoor stromen maken het een afwisselend en dus aantrekkelijk gebied voor vogels. We ontmoetten al koolmees, pimpelmees, staartmees, boomkruiper, boomklever, merel, gaai, winterkoning en roodborst. Bij zijn vorige bezoek deze week zag Herman zelfs een paartje roodborsttapuit. Bijzonder, en erg vroeg!
Op de weg terug naar de auto kregen we nog een witgatje in het vizier. Doordat we op gepaste afstand bleven, konden we door de kijker mooi zien hoe hij in het slootje op zoek was naar iets eetbaars.
Als afsluiter vlogen vrijwel voor onze voeten nog enkele watersnippen op uit het stroompje. Duidelijk herkenbaar aan hun zigzaggende vlucht.
Voor nauwelijks twee uur vogelen een geweldig resultaat deze middag!

woensdag 8 februari 2012

Van Aalscholver tot Zwarte Kraai

Nederland maakt zich op voor een mogelijke Elfstedentocht. Wie weet lukt het hier in het zuiden ook nog; de Tongelreep heeft op meerdere plekken over de hele breedte een laag ijs!

"Bonkevaart"







Ik heb vanmiddag weer heerlijk langs de rivier gelopen. Tot aan de kunstijsbaan in Eindhoven, en dan weer terug langs dezelfde route. Het ijs groeit nog steeds aan; soms is er nog maar een klein stroompje tussen de ijsranden in. De vogels trokken zich er weinig van aan. De wilde eenden zaten met zijn allen te kleumen, maar wel gewoon met blote pootjes op het ijs. Brrr!


Kleumende eenden


Op de oevers scharrelden tientallen merels, enkele zanglijsters en een paar koperwieken, tussen de verdorde bladeren op zoek naar iets eetbaars. Een bijna volledig door klimop ingepakte boom was een mooie schuilplaats voor ze, en ik vermoed dat ze er ook nog wat klimop-bessen konden vinden, want ze vlogen af en aan.
Op de heenweg zag ik een heel klein 'eendje' onder water duiken, een dodaars. Toen ik richting huis liep, zag ik hem weer. Nu zat hij verdekt opgesteld onder de overhangende oeverbegroeiing. Ik kon zijn kopje goed zien: een mini-fuut.
Ook roodborst en winterkoning hielden vanuit de begroeiing op de rand alles in de gaten. Af en toe zag ik een van hen opvliegen, of lieten ze met schelle toontjes horen dat dit hún terrein was.


IJsrand


Toen ik thuis de sleutel in de voordeur stak, hoorde ik een bekend geluid...een zingende vink! Alleen zijn bekende vinkenslag ontbrak. De merel in mijn tuin zit soms in het zonnetje ook zachtjes te repeteren, en de heggemus zingt al uit volle borst. Het lijkt erop dat het voorjaar niet lang meer op zich laat wachten!
Het hele alfabet aan vogels kreeg ik vandaag niet bij elkaar, maar ik ben toch een eindje gekomen:
Aalscholver
Boomklever
Boomkruiper
Buizerd
Dodaars
Gaai
Groene Specht
Grote Bonte Specht
Heggemus
Kauw
Koolmees
Koperwiek
Merel
Pimpelmees
Roodborst
Staartmees
Vink
Waterhoen
Wilde Eend
Winterkoning
Zanglijster
Zwarte Kraai

maandag 6 februari 2012

Blauwe-flitsenfeest

Vandaag werd onverwacht een leuke vogeldag.
Het begon met een mail die ik gisteren van een van de andere VWG-leden kreeg. Hij had tijdens een wandeling een zwarthalszwaan gezien. Ik had vanochtend een bijeenkomst met collega-reflexzonetherapeuten, waar ik te voet naar toe ging. Ik zou langs de plek komen waar hij de zwaan gezien had, dus ik ging iets eerder van huis om nog even te kunnen kijken.
Ik liep langs de Tongelreep. Bij de brug zaten wat eenden te kleumen op het ijs. Ik sloeg het pad in dat langs de rivier loopt. En ja: daar bij de vlonder, waar je de eendjes kunt voeren, zag ik de bewuste zwaan, in gezelschap van de zwarte zwaan, die er gisteren volgens het verhaal ook al bij was.
De zwarthalszwaan is wat kleiner dan de zwarte; hij heeft een wit lijf, een rode knobbel op de snavel, en, hoe kan het ook anders, een zwarte hals. Heel apart om te zien, zo'n exoot (komt normaliter in Zuid-Amerika voor). De zwarte stak even zijn poot boven het water uit, en liet daarbij zien dat hij een gele ring om had.

Twee 'allochtone' vogels


Na een inspirerende en gezellige ochtend met mijn collega's reflexzonetherapeuten, liep ik huiswaarts. Een vriendin belde me, met de vraag of ik zin had om te gaan wandelen. Met dit prachtige weer was ik daar natuurlijk wel voor in. Ze kwam me ophalen, en we reden naar Valkenswaard. Bestemming: visvijvers aan de zuidkant van de Leenderweg.
Nadat we de auto geparkeerd hadden, liepen we gezellig pratend langs het slootje dat parallel aan de weg loopt. Ik hoorde plots een hoog, schril 'tsieiee'..... "IJsvogel!", riep ik meteen. Sinds de spectaculaire ijsvogelshow die ik in november in Frankrijk had mogen zien en horen (3 stuks maar liefst, langdurig poserend en vissend), herken ik het geluid gelijk. Ik keek in de richting van het geluid, en zag hem (dacht ik) vliegen. Ik wees: "daar!", en twijfelde toen weer aan wat ik zag, doordat hij er ineens erg donker en merelachtig uit zag. Maar toen hij even op een takje in de zon landde, bleek hij het toch te zijn. Opgeschrikt door een langsrijdende auto vloog hij verder van ons af. Ik zag hem in de verte weer gaan zitten, vlakbij het bruggetje waar we net overheen waren komen lopen. Helaas draaide de auto af en reed ook over de brug, waardoor de ijsvogel weer op de wieken ging. Nóg verder over het slootje. We haastten ons in dezelfde richting, en kregen hem weer in het vizier. Maar de blauwe flits wachtte niet tot wij hem goed konden bekijken, en spoedde zich weer in de richting waar hij (en wij) vandaan was gekomen. Dit schouwspel van twee op en neer rennende vrouwen achter een vliegende edelsteen (diamonds are a girl's best friend!) aan, herhaalde zich nog diverse malen. Maar onze inspanningen werden beloond: we konden de vogel van vrij dichtbij bekijken, en zagen zelfs zijn wederhelft een paar maal voorbij flitsen.
Mijn vriendin heeft zelfs enkele plaatjes van 'onze' ijsvogel kunnen schieten, als herinnering aan een onvergetelijke middag.

Hier zien ze me niet...

Blauwe flits

zondag 5 februari 2012

Onverwachte gast

Vanmiddag met mam en de hond nog rondje Diepenvoorde gedaan. Tot onze verrassing zat er een slechtvalk in de hoogspanningsmast! Hij zat het laatste stukje van zijn prooi te verorberen. Waarschijnlijk is het een van de slechtvalken die van de ASML-toren in Veldhoven komen. Daar is afgelopen jaar een nest van 3 jongen uitgevlogen. We hebben hem een tijdje staan bewonderen, want die zien we ook niet elke dag. En weer zo dicht bij huis! Hoogstens 500 meter.
Nog even gekeken of de patrijzen die ik afgelopen week zag, zich nog lieten zien, maar helaas. Je kunt niet altijd geluk hebben.

zaterdag 4 februari 2012

Sprookjesachtig

Ook vanochtend kon ik de verleiding niet weerstaan om van het schitterende weer te genieten. Flink koud, dat wel: het vroor zeker 10 graden vannacht. Maar het dikke pak sneeuw en het heldere zonnetje riepen me naar buiten. Eerst nog even 'mijn' mezen, roodborst, merel, vinken en groenlingen van eten voorzien.
Daarna herhaalde het inpak-ritueel zich, met als toevoeging de snow-steps onder mijn laarzen. Kost even wat moeite, maar dan heb je ook wat. Eén uitglijer was meer dan genoeg!
Ik volgde de route die ik afgelopen week al eens gelopen had: langs het talud van de A2/A67 aan de zuidkant heen, onder het viaduct door, en langs de noordzijde terug. Vooraf even door het parkje, want stel dat ik die ene goudvink zou missen...maar weer geen goud wat er blonk, 'slechts' koper. Uit de besdragende struiken vloog een koperwiek op, en daar achteraan ook twee kramsvogels, met hun onmiskenbare tsjak-tsjak-tsjak roep.
Daarna liep ik achter de struikensingel het pad langs het geluidsscherm van de snelweg op. Het besneeuwde talud is een perfecte heuvel om met een slee vanaf te glijden, waarvan dan ook veel kinderen dankbaar gebruik maakten. Met gevaar voor eigen leven zigzagde ik tussen de langszoevende sleetjes door.
Ook voor vogels bleek de in de zon liggende heuvel aantrekkelijk: uit de aangeplante boompjes vlogen een aantal vinken en koolmezen op. En een eindje verder zag ik zeker dertig spreeuwen van de grond opvliegen, gevolgd door wederom twee kramsvogels en een viertal koperwieken.
Aan het eind van het pad sloeg ik rechtsaf het fietspad op, dat onder het viaduct doorloopt. Hier lag vrijwel geen sneeuw, waardoor het me duidelijk werd hoe mijn snow-steps aan hun naam gekomen zijn (anders hadden ze wel asfalt-steps geheten). Het liep allesbehalve makkelijk. Met die metalen dopjes onder mijn voeten, klonk het alsof er een voetbalelftal onder het viaduct doorliep. Gelukkig had het aan de Eindhovense kant van de snelweg ook gesneeuwd, dus ik draaide het pad aan de noordzijde op. In de struiken op het aangrenzende golfterrein klonk het zilveren belletje van een pimpelmees, en een koolmees riep me na : 'ziedietwee ziedietwee...'. Ik was toch echt maar alleen! Op een lantaarnpaal langs de A2 zat een torenvalk geduldig te wachten of er misschien een verkleumde muis zich uit de ondergesneeuwde graspollen waagde. Het was blijkbaar toch te koud om lang stil te zitten, want hij ging op de wieken en zeilde naar de overkant van de weg. 0ok een buizerd vloog boven de snelweg, achterna gezeten door een paar zwarte kraaien.
Het was nog te lekker weer om aan het eind van het pad alweer de afslag naar huis te nemen. Dus ik besloot nog een rondje langs de Tongelreep te maken. Onderweg kwam ik wat kool- en staartmezen tegen, en af en toe zag ik een roodborstje uit de oeverbegroeiing opvliegen. Het bos was sprookjesachtig mooi. Een dik pak sneeuw op de grond, en ook op elk takje, twijgje en rietpluim leek een dotje watten te liggen. Door de warmte van de zonnestralen, vielen er soms hele plukken sneeuw naar beneden. Het leek of vrouw Holle haar bed stond op te schudden. Heerlijk uitgewaaid kwam ik weer thuis.

   

vrijdag 3 februari 2012

Winter!

Sinds twee weken zit ik noodgedwongen thuis. Door een ongelukkig 'slippertje' ging mijn linkerarm uit de kom. Een pijnlijke kwestie, maar toen de schouder weer vakkundig op zijn plek was gezet in het ziekenhuis, was het grootste leed geleden. Helaas moet hij voorlopig wel rust hebben in een mitella. Ik kan dus niet veel doen, maar gelukkig is er met mijn benen niets mis. Dus ga ik dagelijks een rondje lopen, met mijn veldkijkertje op zak.
Zo ook vandaag. Ik heb een envelop die op de bus moet. Mooie gelegenheid om even een frisse neus te halen. Fris zal hij zeker worden; het vriest al een aantal dagen flink, en voor vandaag is veel sneeuw voorspeld.
Het heeft wat voeten in de aarde voordat ik winterklaar naar buiten kan: mitella af, fleecevest aan, jas aan, sjaal om, mitella weer om, muts op, laarzen aan en tenslotte handschoenen aan. Met één arm die je met de nodige voorzichtigheid moet behandelen, duurt dit alles allemaal net iets te lang naar mijn zin. Maar goed, ik kan op pad.
Ik besluit richting de wijk Ekenrooi te lopen. Daar staat een brievenbus, en dan kan ik mooi langs de Voorbeeklaan terug. Daar is een watervang, waar soms onverwachte vogels zitten. Ik heb er al eens watersnippen gezien, en afgelopen jaar zaten er enkele koppeltjes wintertalingen, en ook een keer een witgatje.
Helaas, op de dichtgevroren plas is het uitgestorven. Op een opvliegende blauwe reiger en enkele overvliegende kokmeeuwen en zwarte kraaien na. De witte plekken tegen de oever blijken na een snelle blik door de kijker gewoon besneeuwde graspollen te zijn.
Inmiddels valt er wat lichte sneeuw. Met goede moed vervolg ik mijn weg; ik heb "Diepenvoorde" nog voor de boeg. Mijn favoriete natuurgebiedje dat vrijwel in mijn achtertuin ligt. Erdoorheen stroomt het riviertje de Tongelreep. De oevers zijn begroeid met voornamelijk gras, dat kortgehouden wordt door enkele Schotse hooglanders. Verder staan er een paar eiken, en zwarte elzen. De randen van het gebied raken steeds meer begroeid met braamstruiken, rozen, meidoorn en sleedoorn.
In de twee en een half jaar dat ik hier woon, heb ik op Diepenvoorde al heel wat vogels waargenomen. 's Winters foerageren er groepjes putters en sijsjes op de elzen, kaardebollen en distels. In het voorjaar is het telkens weer een verrassing welke zangertjes ik nu weer hoor: zwartkop, bosrietzanger, braamsluiper, tjiftjaf, fitis, spotvogel...het afgelopen jaar heb ik van die laatste zelfs een juveniel mogen zien en horen, een zeker broedgeval dus! In stilte hoop ik dat ik komend voorjaar eindelijk eens een nachtegaal zal treffen. De toenemende begroeiing rondom maakt het voor hem een steeds geschikter gebied. Ook zag ik tijdens de afgelopen voorjaarstrek tapuiten, en een paar keer een paapje. Soorten die je niet elke dag tegenkomt, en al helemaal niet zo vlakbij een woonwijk.
Ik kijk even vanaf de brug over de Tongelreep op het water. De witte 'soep'gans die het gebied bewaakt (en de jonge eenden in het voorjaar) is er, en ook enkele tamme wilde eenden en een paar waterhoentjes. Op de akker rechts vliegt wat klein spul af en aan. Door de kijker zie ik dat het vinken zijn.
Het begint door te sneeuwen, maar dat hindert me niet. Ik ga het houten hek door, het gebiedje in. Ik zie dat de Schotse hooglanders onder het groepje eiken aan de andere kant van het riviertje staan. Veilig voor mij; als ze vlak bij het pad staan, durf ik er meestal niet goed langs te lopen. Ze hebben toch wel heel grote en spitse hoorns!
Ik kijk al lopend naar het ijs aan de rand van de rivier, dat zich al rondom de voet van de elzen gevormd heeft. Daar kwamen zojuist een paar vinken hun dorst lessen. Meteen zie ik vanuit mijn ooghoek een groepje vogels van de grond opvliegen. Aan hun plompe vorm, en wat onhandige vlieggedrag zie ik dat het patrijzen zijn, zeven stuks! "Wauw",  fluister ik. Ze vliegen van me af, om even verderop net achter de oever weer neer te strijken. Ik volg de loop van de rivier, naar de plek waar ik de patrijzen zag landen. Niets te zien, maar ze moeten er nog zitten. Ik bekijk de rondhippende vinken die nog steeds in het aangrenzende weiland foerageren. Onderin mijn kijkerbeeld verschijnen plotseling drie grotere vogels: daar zijn ze weer! Prachtig zijn ze, met hun roodbruine kop, en de donkere hoefijzervormige vlek op hun buik. Eén voor één lopen ze verder de akker op, met de andere vier in hun kielzog. Jammer dat ik slechts mijn kleine kijkertje bij me heb; de grote heeft veel scherper beeld, maar die kan ik met één hand niet hanteren. Desondanks kan ik de patrijzen toch fraai bekijken.
Opgetogen struin ik verder door het gebied. Ik moet goed uitkijken waar ik loop; de grond is ongelijk door opgevroren mols- en koeienhopen. Er vliegen nog wat eenden op uit het water, en een waterhoentje vlucht opgeschrikt de oeverbegroeiing in. Ik hoor een putter ergens in een boom, maar kan hem niet ontdekken.
Ik besluit nog even door het parkje achter mijn straat te lopen, waar ik hoop goudvinken tegen te komen. Vorige winter zag ik ze bijna elke dag; er staan struiken die blijkbaar erg lekkere zaden bevatten. Helaas zijn die er nu al grotendeels af, waarschijnlijk doordat de struiken nog laat gesnoeid zijn. Ik kan dan ook geen goudvinken ontdekken tussen de tientallen kool- en pimpelmezen. Wel een opvliegende kramsvogel, waar ik gisteren ook nog een koperwiek zag. Zij komen op de meidoorn- en Gelderse roos-bessen af.
Door de steeds dichter vallende sneeuwvlokken loop ik terug naar huis, met het voornemen nu toch echt een weblog te gaan aanleggen waar ik mijn belevenissen op kan zetten.

Welkom

Welkom op Vogelontmoetingen!

De titel zegt het al: op deze blog doe ik verslag van mijn ontmoetingen met vogels.
Ik ben van kinds af aan geïnteresseerd in vogels, en sinds ongeveer 12 jaar actief in de vogelwerkgroep in Waalre. Met deze groep inventariseren we jaarlijks de broedvogels in drie gebieden in de buurt. Ook gaan we regelmatig op excursie om vogels te kijken. Dit levert dikwijls verrassende waarnemingen op.
Maar ook in de tuin, en tijdens mijn dagelijkse wandelingen met de hond doe ik vaak leuke ontdekkingen op vogelgebied.
Lees mee, en geniet mee van wat ik allemaal hoor en zie.