maandag 30 april 2012

Plateaux

Mijn Koninginnedag was al goed begonnen: ik zag vanochtend de eerste gierzwaluw!
En terwijl het grootste deel van Nederland in oranje gehuld de vrijmarkten afstruinde, leek het mij vandaag een uitgelezen dag voor een wandeling over de Plateaux. Een afwisselend gebied met heide, bos, vennen, beekjes en weilanden, dat voor een deel in Nederland, en voor een deel in België ligt. Ik hoefde mam maar één keer te vragen; ze ging graag mee.
Het eerste deel van de 'gele' route die we volgden ging onder andere door gemengd bos. We hoorden fitits, tjiftjaf, vink, roodborst, winterkoning, alle soorten mezen (behalve de glanskop); het 'gewone spul'. Maar ook geelgors, boompieper, gekraagde roodstaart en boomleeuwerik lieten zich horen. In een stukje van het bos hoorde ik plots een fluiter; pas de tweede keer dat ik die ooit hoorde. We probeerden hem in de kijker te krijgen; nu de bladeren nog niet volgroeid waren, zou dat toch moeten lukken. Maar het viel niet mee. Steeds als ik dacht dat ik in de goede richting keek, hoorde ik het geluid weer uit een andere hoek komen. Ineens klonk het 'naaimachientje' heel dichtbij. Na lang zoeken had ik hem in beeld, prachtig geel, met witte buik. Maar wat een ongedurig beestje! Geen wonder dat ik hem nauwelijks kon vinden; hij bleef op en neer aan het hippen en fladderen.
We genoten volop van het heerlijke weer en de schitterende omgeving. Na een tijdje kwamen we aan een uitgestrekte vlakte met veel plasjes en poeltjes. Er is een uitkijkscherm op een heuvel, waar we een hele tijd hebben staan kijken. Eerst zag ik een vogel, op flinke afstand, aan de rand van het water lopen. Hij liep rusteloos langs het water, steeds wippend met zijn staart. Ik dacht aan een witgatje, maar toen hij voor de begroeiing door liep zag ik zijn kleur en tekening beter. Duidelijk zag ik de witte 'komma' voor zijn vleugel, die kenmerkend is voor de oeverloper. Leuk!
Terwijl we die stonden te bekijken hoorden we uit een andere richting een onbekend geluid. We scanden de randen van de plasjes af, en vonden uiteindelijk...een kleine plevier! Hij liet zich prachtig bekijken, foeragerend en rondscharrelend; ik kon zelfs zijn gele oogring zien. Na enige tijd zagen we dat hij niet alleen was: zijn wederhelft (namen we gemakshalve aan) was ook in de buurt.
Het laatste deel van de route bleek te zijn verlegd, sinds de laatste keer dat ik hier was. Kwamen we voorheen vlakbij de hoge uitkijktoren aan de Dommel, nu sloegen we al eerder af en liepen achter het moerassige gedeelte om, tussen nog meer plassen en poelen door. Er was zelfs een heuse hangbrug in de route opgenomen! Ergens in de verte hoorde ik een sprinkhaanzanger; of was het toch een snor? Dat verschil blijf ik lastig vinden, maar mijn MP3-speler bood uikomst. Het moest een sprinkhaanzanger zijn: de toonhoogte was precies hetzelfde.

Heuse hangbrug

Ik hoorde mijn eerste tuinfluiter van dit jaar, en kreeg hem zelfs prachtig in de kijker. Nog nooit zo goed kunnen zien! Meestal houden ze zich verscholen in de struiken, maar deze zat pontificaal vooraan op een tak te zingen.
Toen we bijna bij de auto waren hoorde ik het liedje van de bonte vliegenvanger. Vrij dichtbij, dus even zoeken...ja, hebbes! Strak in zwart-wit pak, zoals het hoort. Die zie ik ook niet dagelijks, dus een mooie afsluiter van een geslaagde Koninginnedag. Volgend jaar weer!

woensdag 25 april 2012

Nogmaals beflijsters!

Anneke en ik hadden voor vanmiddag afgesproken te gaan wandelen. Het regende, maar we lieten ons hierdoor niet ontmoedigen. We reden naar het Soerendonks Goor. Het ven voorbij, waar zo te zien slechts wat eendachtigen zwommen. Op het gras ervoor liepen meerdere koppels grauwe ganzen met hun kroost.
Een snelle blik over het Kranenveld (want het regende toch flink door) leverde een opvliegende tapuit en een rondscharrelende wulp op. We zetten de auto aan de kant, en gehuld in uiterst charmante regenbroeken liepen we richting de schaapskooi. Daar had ik immers vorige week 9 beflijsters gezien.
Op de wei onder de bomen nu geen vogel te bekennen. We liepen de schaapskooi voorbij, en rechtsaf waar wat weilanden en akkers liggen, en je achter de stal kunt kijken. In de verte zagen we twee donkere vogels vliegen. Door de kijker zag ik de lichtgekleurde borst van beide vogels: beflijsters! Ze streken neer in een boom. Op flinke afstand, maar toch konden we ze herkennen. En wat hoger in de boom zaten er nog twee. Vooral de mannetjes waren onmiskenbaar met hun spierwitte befjes. We bleven een poos staan kijken, en zagen ze weer naar de grond vliegen. Wat verder links bleken er nog twee te zitten, dus in totaal 6 stuks. Mooie score voor een verregende en troosteloze middag!

woensdag 18 april 2012

Herkansing

Hoewel de zon steeds meer moeite moest doen om tussen de zware wolken door te komen, besloot ik vanmiddag nogmaals mijn geluk te beproeven in Soerendonk. Maandagochtend had ik al een poging gedaan om tapuiten en/of beflijsters te spotten, tevergeefs helaas. Op het Kranenveld waren beide soorten gisteren gezien, dus wie weet?
Onderweg werd het wolkendek steeds dikker en donkerder, en de eerste regendruppels vielen. Ik bedacht daarom dat ik langs het Kranenveld zou rijden, in plaats van te wandelen. Ik liet het ven links liggen, en toerde door richting de heide. Stapvoets rijdend door het losse zand tuurde ik over het veld, speurend naar iets wat op een vogel leek. In de verte zag ik een lichtere plek tegen het gras. In de remmen, en de kijker erbij. Ja hoor, een knappe mannetjestapuit keek met zijn borst vooruit in mijn richting. Even achter hem zag ik nog wat bewegen: nog eentje! Deze leek wat bruiner van kleur, volgens mij een vrouwtje.
Inmiddels was het opgehouden met regenen, en kwam de zon weer tevoorschijn. Op het gras was verder niets te zien, behalve de grazende pony's. Ik had de auto al gekeerd, met de neus richting huis, maar besloot nog even naar de schaapskooi te lopen. Ik herinnerde me dat daar in het verleden ook wel beflijsters waren gemeld. Op weg ernaartoe hoorde ik mijn eerste gekraagde roodstaart dit jaar.
Nog op behoorlijke afstand van de schaapskooi zag ik een zwart-witte vogel in het weitje onder een den. "Ekster" was het eerste dat in me opkwam. Maar meteen zag ik nog enkele vogels wat nerveus rondscharrelen. Nee, beflijsters! En 4 nog wel! Heel voorzichtig liep ik dichterbij, maar de vogels wachtten mijn komst niet af en vlogen een eindje verderop, onder de volgende boom. Door de kijker kon ik ze goed zien, maar wat waren ze schichtig! De minste beweging zorgde er al voor dat ze opvlogen, en weer een stukje verderop landden. Het weitje is nogal ongelijk, dus voldoende schuilplek voor ze achter de grasheuveltjes. Toen ze wederom opvlogen, zag ik dat er méér dan vier vogels waren; een stuk of negen snel geteld. Na lang kijken, lopen, zoeken, weer kijken en veel geduld, kon ik dit aantal echt noteren: er zaten zeker 9 beflijsters verspreid over het 'erf' van de schaapskooi. Ik heb ze ooit één keer eerder genoteerd tijdens een vogelwandeling, maar herinner me niet dat ik ze toen goed gezien heb. Maar déze staan nu in mijn geheugen gegrift als mijn 'eerste' beflijsters.
Opgetogen liep ik terug naar de auto. Onderweg zag ik op het Kranenveld daarna nóg een beflijster, een mannetje.
Zo'n mooie herkansing had ik niet verwacht!

dinsdag 17 april 2012

Onverwacht een nieuwe soort

Gisterenochtend zou ik boodschappen gaan doen in Valkenswaard. Ik besloot mijn kijker mee te nemen en even door te rijden naar het Soerendonks Goor. Wie weet waren er wel al tapuiten (vorig jaar heb ik er daar een flink aantal gezien in het voorjaar), en ik hoopte op beflijsters, want die waren er de afgelopen dagen ook waargenomen.
Op de plas weinig te beleven: wat kuif- en tafeleenden, en een enkele slapende wintertaling tegen de rand. Op de oever zaten drie brandganzen, die toen ik te dichtbij kwam naar hun zin, op de wieken gingen. Enkele paartjes grauwe ganzen showden trots hun pas uitgekomen kroost. Prachtige geelbruine donsballetjes dobberden tussen hun ouders in, alsof ze nooit anders gedaan hadden.
Een rondje over het Kranenveld, leverde geen tapuiten of beflijsters op helaas. Wel jubelden de boomleeuweriken het hoogste lied, evenals hun 'neefjes' veldleeuwerik.
Dan toch maar boodschappen doen... Terwijl ik bedacht wat ik allemaal nodig had, zag ik op een slootje een echtpaar wilde eend, mét jongen. 13 Pas uit het ei gekropen kuikentjes!

's Middags scheen de zon nog steeds volop, en ik besloot nog een stukje te gaan fietsen. Naar het Diepmeerven, het gebied waar we de bijzondere soorten broedvogels inventariseren. Een heidegebied, met vennen.
Groepjes kneutjes dwarrelden over de heide; hier en daar zong een roodborsttapuit zijn krassende liedje. Ook een boompieper en een geelgors lieten zich horen. Vanuit de bosrand klonk de klaaglijke roep van een zwarte specht. Bij een van de vennen heb ik een poosje heerlijk in de zon zitten genieten van de rondscherende boerenzwaluwen. Boven het water waren blijkbaar al genoeg insecten te vangen.
Een blik over het Diepmeerven leverde één dodaars op; deze liet wel van zich horen, dus misschien zat in de begroeiing toch zijn wederhelft. Aan de oostkant van het ven zijn behoorlijk wat bomen gekapt; ik neem aan om de heide weer meer kans te geven zich uit te breiden. Dat is in elk geval wat op het nieuwe informatiebord te lezen is, dat naast het evenzo nieuwe knuppelbruggetje gezet is. Nou ja, de totaal versleten 'knuppels' zijn nu vervangen door stevige planken. Aanlokkelijke doorgang voor mountainbikers, maar het bospad is op verschillende plekken gebarricadeerd met flinke takken.
Toen ik net weer op de fiets zat om aan de terugweg te beginnen (op het fietspad vanaf punt D, voor de mede-VWG-ers), toen ik van rechts een vogel zag komen vliegen. Hij vloog zeer laag, rakelings over de toppen van de heide. Een roofvogel, dat was me duidelijk. Mijn eerste gedachte was een valk, maar hij was een stuk kleiner dan een torenvalk, en heel donkergrijs. De vogel vloog als een speer uit de boog over het fietspad, tussen de bomen door en over de heide aan de andere kant van het pad uit het zicht. Ik kreeg geen tijd om af te stappen en mijn kijker te pakken. Mijn volgende gedachte was, dat het wel eens smelleken kon zijn geweest. Ik had nooit eerder een smelleken gezien, maar het kon bijna niet anders. Het lezen van de beschrijving in mijn vogelgids (en het bekijken van het vliegbeeld), bevestigde mijn vermoeden: "..onstuimige en overrompelende vlucht, vaak laag over de grond...". Nieuwe soort dus!
Niet gek voor een maandagmiddag!

woensdag 4 april 2012

The Blues

Ik was bezig mijn orchideeën van water te voorzien. Met tussenpozen, want ze moeten even dompelen. In een van die tussenpozen keek ik op waarneming.nl. Wat? Alwéér was vanochtend de blauwvleugeltaling op de Malpie gezien!

Zondag was ik met Annelies op de Malpie, om de blauwborst te gaan bekijken. Helaas niet gevonden, en later thuis kwam ik erachter dat er een blauwvleugeltaling op een van de Vaarvennen was gesignaleerd. Waren wij gewoon aan voorbij gelopen! En ook maandag werd hij weer gemeld. Gisteren ging ik met Anneke wandelen. Ik twijfelde over de bestemming: Beuven of Malpie. Het werd Beuven; dichtbij Anneke, en we waren er allebei al lang niet geweest.
En ja hoor: ook gisteravond prijkten schitterende foto's van de blauwvleugeltaling op waarneming.nl. Hoewel we een heerlijke wandeling hadden, met 4 pijlstaarten, de eerste zingende boompiepers én mijn eerste koppeltje zomertalingen van dit jaar, baalde ik toch een beetje...

Ik had nog ruim tijd; vanmiddag moest ik naar fysiotherapie, maar pas om 16 uur. Ik greep mijn kans, en mijn verrekijker, en stapte (jawel, ik kan het weer!) in de auto. Op naar de Malpie.
Onderweg vielen de eerste regendruppels naar beneden. En de lucht zag ernaar uit dat het voorlopig niet droog zou worden. Maar ik had een pluutje bij me, dus geen paniek.
Gewapend met plu en kijker ging ik op pad. Het regende behoorlijk door. Volgens de waarnemer van vanochtend zat de taling op het water van de vennen tussen twee bankjes in. Dat kon niet missen: twee bankjes, niet al te ver uit elkaar. Ik zou hem moeten kunnen herkennen van de indrukwekkende foto's: witte vlek op de zijkant van de stuit, en nog kenmerkender, de witte verticale streep over zijn 'gezicht'. Ik keek onder elk overhangend wilgenbosje, en elke gagelstruik, maar geen taling te zien. In elk geval geen met blauwe vleugels; wel de 'gewone' wintertaling.
Wèl blauw waren de blauwborsten. Blauwborsten  ja, want het leek wel of ze gezaaid waren! Al bij het eerste ven was het raak: met zijn blauwe borst vooruit zat een mannetje te zingen of zijn leven ervan afhing. Wauw, die had ik toch maar mooi binnen!
Maar daar bleef het niet bij: bij de plassen die volgden (ik ben tot aan het grote Malpieven gelopen), zaten vervolgens nummer 2 en 3 te zingen! Bij elk plasje zat er wel een. Allemaal in de nog vrij kale boompjes, dus prachtig te zien. Het mooiste vind ik bijna de staart, die zo mooi rood is, en die je goed kan zien als de vogel opvliegt. Ik kon ernaar blijven kijken. Maar ik moest aan de terugwandeling beginnen, want het is op normaal tempo nog zeker een half uur lopen tot aan de parkeerplaats. En als vogelaar doe je er dan zeker twee keer zo lang over.
Opvallend was ook het aantal waterrallen dat ik hoorde. Eentje zat dichtbij; ik heb zeker een kwartier stokstijf staan te kijken of ik hem kon ontdekken. Hij maakte niet alleen het bekende krijsende geluid, maar allerlei piepjes, knorretjes en tikjes. Leuk om te horen, maar ook deze jongen bleef onzichtbaar voor mij.
Op weg terug naar de auto, zag ik bij de laatste plas aan de linkerkant in een boom blauwborst nummer 4! Ook hij zat luidkeel te zingen. Een stukje verderop, aan de andere kant van het pad, hoorde ik bij een van de vennetjes ook nog nummer 5. Die heb ik niet gezien, omdat ik toch echt naar huis moest.
Nog een laatste blik op het water waar de blauwvleugeltaling zou zitten, maar nee, dat was teveel blauw van het goede. Misschien een van de komende dagen nog?