dinsdag 27 maart 2012

Pimpelmezengeluk deel 2

Eergisteren is een pimpelmezenpaartje ijverig begonnen met het bouwen van een nestje. Hun nieuwe onderkomen bevindt zich tussen de (laaghangende) dakgoot, en de bovenkant van mijn achterdeur.
's Ochtends en een deel van de middag hangt het in de zon, en het is zo goed als onbereikbaar voor de buurkatten. Ideale plek dus.
Kort nadat ik zondag ontdekt had dat ze begonnen waren, zag ik ze ineens niet meer. Zouden ze zich toch bedacht hebben?
Maar nee hoor! Gisteren zat ik met een vriendin in de tuin, toen ik een van de mezen weer bij het huisje zag.
En ook vanmiddag was het weer een af en aan vliegen met mos en takjes. Zo grappig: als ze een flinke pluk mos meebrengen, blijft een deel ervan in de invliegopening hangen. Maar even later zie je dat dan toch ineens naar binnen verdwijnen.
Ik heb aan het afdak een 'hanging basket' hangen; nog zonder planten, maar wel met een soort kokosmatje erin dat ervoor moet zorgen dat alle grond in de mand blijft. Ik zag net dat daar nu allemaal sprietjes 'kokos' onder liggen. Ook dat wordt dus gebruikt voor het nest!
Jammer dat ik geen webcam heb!


's Winters een gewilde slaapplaats, nu ideaal voor gezinsuitbreiding


zondag 25 maart 2012

Pimpelmezengeluk in de achtertuin

Thuis gekomen van de Malpie ging ik wat in de tuin rommelen. Wat was dat getik dat ik hoorde? Er bleek een pimpelmeesje in het nestkastje boven de achterdeur te zitten! Hij vloog een paar keer in en uit, en 'timmerde' op de binnenkant. Ik heb een hele tijd zitten kijken. En ja, ik zag hem ook met plukjes mos binnenvliegen! Vakkundig werden kleine en grotere plukken van tussen de stenen of de planten uitgetrokken. Eenmaal met het bouwmateriaal in het huisje, hoorde ik hem (of haar) schuiven en draaien om het mos op de juiste plek te krijgen. Geweldig! Ook de wederhelft was steeds in de buurt. De laatste paar dagen zag ik ze regelmatig bij het nestkastje dat aan de garage hangt. Dit is een simpel houten kastje, waar vorig jaar koolmezen in hebben gebroed. Blijkbaar houden de pimpelmezen van wat meer kleur, en hebben ze daarom voor het huisje in Ameland-stijl (blauw-wit, met visnet, anker en roodwitte zwemband om de vliegopening) gekozen. Zo'n grappig gezicht als de mees zijn kopje naar buiten steekt, door de 'zwemband' heen!

Vogelwandeling Malpie

Vandaag stond een vogelwandeling op de Malpie (een heide-/bosgebied bij Valkenswaard) op het programma, georganiseerd door IVN Valkenswaard. Op zoek naar de blauwborst!
Extra vroeg op, de wandeling zou om 8 uur starten, en vannacht was ook de zomertijd nog ingegaan. Maar dankzij onze privé-chauffeur stonden mam en ik netjes om 8 uur op de verzamelplek in Valkenswaard. Er stonden al een aantal mensen, en er kwamen er nog veel meer bij. Ik schat dat er in totaal zo'n 50 deelnemers waren.
Aanvankelijk liepen we vrij vooraan in de groep, maar we kwamen er al snel achter dat dat niet prettig was: voor en achter ons werd volop gepraat; de vogels waren nauwelijks te horen, laat staan te zien. De gids deed hier ook niets aan, dus wij besloten de eerstvolgende afslag met ons tweetjes verder te lopen.
Heerlijk rustig was het op de hei; nevelig, en een waterig zonnetje probeerde door te breken. We kwamen roodborsttapuiten, rietgorzen, kneutjes en een klapekster tegen. Maar vooral veel fietsers, mountainbikers om precies te zijn. Er was een parcours uitgezet, en om de haverklap moesten we aan de kant om de luidschreeuwende (want geen fietsbel hebbende) fietsers doorgang te geven. Zucht...dat hadden we kunnen weten op zondag. Maar ja, we hadden een missie: het vinden van de blauwborst.
We maakten een flinke wandeling over de heide. Daarna over het verharde fietspad terug, langs de vennen. Het grote Malpieven is nog niet zo lang geleden opgeschoond. Het leek een stuk groter te zijn geworden. Er zwommen wat kuifeenden, kokmeeuwen, een mannetje slobeend, een enkele fuut en een paartje smienten.
Eindelijk begon de zon het te winnen van de nevel en werd het gelukkig iets warmer. Op de volgende vennen zagen we weer wat kuifeendjes, een wintertaling en een paar tafeleenden. We hoorden de eerste fitissen van dit jaar, en de rietgorzen waren goed vertegenwoordigd. In een berkje zagen we twee zangvogeltjes zitten. Toen ze opvlogen zag ik door de kijker bij de ene een roodachtige rand op de borst. Het volgende moet voor niet-vogelaars vreemd klinken, maar aan die rode borstrand herkende ik de...blauwborst! Ze landden een stukje terug in een den. We haastten ons in dezelfde richting, kijkers in de aanslag. Heel voorzichtig hoorde ik het blauwborstliedje. Weer vloog er een op, en nu zag ik duidelijk de rode staartveren. Hij was het echt! Na nog wat
(on)geduldig gewacht te hebben, vloog het mannetje in een kaal boompje, en konden we hem in volle glorie bewonderen. Schitterend, die knalblauwe borst! Als toegift liet hij nogmaals zijn riedeltje horen, om daarna met zijn eega weg te vliegen. Een show speciaal voor ons, zo leek het.
Missie geslaagd! Opgetogen liepen we verder. Een paar Canadese ganzen vloog over. Bij nog een ven wederom een tafeleend, wat wilde eenden, een wintertaling en een dodaars. En mam had een fuut gezien, maar met een donkere kop dacht ze. De vogel was uit het zicht gezwommen, maar kwam even later weer tevoorschijn. Inderdaad geen 'gewone' fuut, maar een geoorde! Dat was lang geleden dat ik die voor het laatst zag! Wat een prachtige vogel ook weer, met zijn goudgele oorpluimen en zijn vuurrrode oogjes.


zaterdag 24 maart 2012

Eén zwaluw...

Vanochtend een paar uur wezen vogelen met Annelies, mede-VWG-er. Met wederom prachtig voorjaarsweer ging de rit ging naar het Soerendonks Goor.
Wat watervogels betreft werden we wat minder getrakteerd dan ik de afgelopen bezoekjes aan de plas gewend was. Enkele smienten waren er nog, en verder zagen we wat kuifeenden, krakeenden, tafeleenden en wilde eenden. Was het een dag of 5 geleden nog druk met wintertalingen, nu konden we er, behalve één enkel "tru-tru"- roep, geen ontdekken.
In de bosschages aan de overkant van het water zagen we al flink wat blauwe reigers op nesten. Door de telescoop mooi te zien; heeft altijd wat aandoenlijks, een vogel op het nest (wat voor vogel het dan ook is). Plotseling hoorden we, ook aan de overkant, een 'schreeuwend speenvarken'...waterral!! We hebben de rand waar het geluid vandaan kwam afgespied, maar helaas geen 'varken' gezien.
Vanaf de vogelkijkhut hebben we een stuk gewandeld, gedeeltelijk over de hei/weide. Het waren niet alleen vogels die we zagen vliegen. Op meerdere zandige plekken zagen we tientallen bijen. Geen gewone honingbijen, maar solitair levende familieleden daarvan. Zwarte bijtjes, met een wit behaard borststuk. Ze maken een nest onder de grond. Het enige wat wij daarvan kunnen zien is kleine zandhoopjes met een gaatje erin. BIJzonder, ik had ze nog nooit gezien.
Verder zagen we ook verschillende vlinders: citroenvlinder, kleine vuurvlinder, gehakkelde aurelia en boomblauwtje.
De zangvogels hadden ook het voorjaar in de bol. Roodborsttapuiten zongen hun krassende liedje vanaf een heidetopje, terwijl veld- en boomleeuweriken hoog in de lucht jubelden dat het een lieve lust was. Een graspieper vloog op toen we te dicht in de buurt kwamen, en ook een kneutje vloog babbelend over.
Verrassend was de klapekster die Annelies ontdekte. Een nog laat aanwezige wintergast. Maar de kers op de taart, en érg vroeg terug uit (nog) warmer oorden waren toch wel de 2 boerenzwaluwen die we hoorden en zagen.
Ik weet het: één zwaluw maakt nog geen zomer, maar wij hadden toch alvast een voorproefje!

vrijdag 16 maart 2012

Geluk

Weer een schitterende voorjaarsdag; iets warmer dan gisteren zelfs.
Rond drie uur besloot ik nog even een rondje hondje te doen. We liepen, uit gewoonte, richting Diepenvoorde. Het grasveldje op, dat toegang geeft tot het gebied. Bram snuffelde wat, en zoals zo vaak vlogen er een paar kokmeeuwen over. Maar hé, dat was geen kokmeeuw...veel groter, wit en zwart, en een trage vleugelslag. Ik kon mijn ogen niet geloven: een ooievaar! Hij vloog behoorlijk laag, dus ik kon zijn prachtig rode snavel en poten goed zien. Met de kijker (tegenwoordig altijd op zak, want je weet maar nooit) heb ik hem gevolgd. Achter de bomen en huizen cirkelde hij een paar keer rond en leek te willen landen. Toen zag ik hem toch weer even hoger komen, en nogmaals enkele grote rondjes draaien. Daarna verdween hij uit het zicht.
Hoewel ik niet in toeval geloof, dit was echt een toevalstreffer: was ik een minuut eerder of later naar buiten gegaan, dan had ik hem niet gezien. En dit was ook nog eens de eerste die ik ooit hier in de omgeving gezien heb. Wat een geluk!

donderdag 15 maart 2012

Mysterybird

De eerste echte voorjaarsdag: zonnetje, en de thermometer komt wel aan 18 graden. Aangezien ik nog geen auto mag en kan rijden (want nog altijd in de lappenmand met mijn schouder), bel ik pap op of hij zin heeft om even mee naar Soerendonk te rijden. Dat heeft 'ie, dus kijker en hond mee, en rijden maar.
Aangekomen bij de plas, hoor ik de boomleeuweriken jubelen dat het een lieve lust is. Hoog boven de bomen kan ik er eentje ontdekken. Onmiskenbaar, met zijn korte staartje.
Op het water enkele tientallen grauwe ganzen, een koppel kolganzen, en paartjes kuifeenden. Ook smienten zitten er nog; ik tel zeker 6 mannetjes en evenzoveel vrouwtjes. De mannetjes laten hun hoge 'fwieew' horen, alsof ze naar de vrouwtjes fluiten. Terwijl ik zo over het water sta te turen, hoor ik in de bomen achter me heel voorzichtig: 'tjif.., tjif..., tjif-tjaf!' Hij is dus ook weer terug uit zuidelijker oorden! Ik had de afgelopen dagen al geluisterd of ik hem hoorde, maar hij wachtte blijkbaar ook op het zonnetje.
In de verte op de plas zie ik een vogel zwemmen met duidelijk wit op de zijkant van de stuit. Even denk ik aan een smient, maar vergelijking met de dichtbij zwemmende smienten geeft aan dat het om een andere soort gaat. De vogel zwemt te ver weg, en ik vergeet hem weer. Op de oever zoeken ook wilde eenden, krakeenden en kieviten de warmte van de eerste zonnestralen op. Een luid 'tepiet-ende' scholekster voegt zich erbij.
Ik wandel verder richting de vogelkijkhut, en er voorbij, om alle vogels op het water te kunnen zien. Onlangs is het rijtje berken dat het zicht op een deel van de plas ontnam gekapt, dus ik kan de tientallen wintertalingen daar nu goed bekijken. Even denk ik een onbekend geluid te horen, maar realiseer me dan dat het een rietgors is. Altijd weer even 'warmdraaien' met de geluiden in het voorjaar. Ik krijg hem in de kijker; zijn kop is nog niet helemaal zwart. In bijna hetzelfde kijkerbeeld zie ik ook de eerste roodborsttapuit! Prachtig oranje borst en gitzwarte kop; die is wel al mooi in zomertenue.
Ineens zie ik dat eendje met de witte plek weer. Wat is dat toch? Ik kan hem nu goed zien. Hij heeft een blauwachtige snavel, lichte wangen, donkere lengtestreep over de kop. Verder een wat roze-achtige borst, grijze flanken en een mooie roodbruine rug. Prachtig getekend! Hij heeft de grootte van een wintertaling, dus aan de kleine kant. Hij zwemt in de richting van de kijkhut; steeds korte stukjes, wat rusteloos heen en weer en weer door. Ik besluit hem te volgen om te proberen te achterhalen welk 'merk' het is. Ik heb hem in elk geval nog nooit gezien, en hij komt me ook niet bekend voor uit de boeken.
Bij de kijkhut zie ik nog een vogelaar staan met telescoop. Hij kijkt in dezelfde richting als ik, dus waarschijnlijk heeft hij hem ook gezien. Dan loopt hij naar de auto, om weer terug te keren bij zijn telescoop, mét boek. Aha, dat wordt steeds interessanter! De bewuste eend zwemt nog altijd in de richting van de hut, en ik versnel mijn pas. Bij de hut aangekomen vraag ik de mede-vogelaar of hij er al achter is wat we zien. Nee, voor hem een onbekende vogel, en hij kan hem ook niet vinden in zijn gids. De vogel is intussen ook gearriveerd, en zwemt nog altijd rusteloos heen en weer. We kunnen hem goed bekijken. We zijn het erover eens dat qua grootte en houding het meeste wegheeft van een taling. Ik mag door de telescoop kijken. Prachtige vogel hoor! Jammer dat we geen camera hebben. Ja, ik heb er wel een op mijn gsm, maar daarvoor zit de vogel echt te ver weg. "Of je moet het door de telescoop proberen", zegt de andere vogelaar. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voordat ik de lens op de juiste manier voor het oculair van de telescoop heb, is de taling al lang en breed uit beeld gezwommen. Minutenlang ben ik zo bezig, maar kan uiteindelijk toch een paar redelijke plaatjes maken. Het is maar als 'bewijs', en om thuis nog eens na te kunnen kijken hoe hij eruit ziet. De andere vogelaar vraagt of ik hem de foto's wil mailen, en ik krijg zijn
e-mailadres.
Thuisgekomen ga ik natuurlijk meteen in mijn vogelgids kijken. Achterin, bij de dwaalgasten, vind ik hem: de ringtaling! Op internet kom ik erachter dat hij ook roodschoudertaling wordt genoemd. Een vogel uit Zuid-Amerika. Het zal waarschijnlijk dus een ontsnapte vogel zijn, maar toch erg leuk. Vooral leuk omdat ik hem zelf ontdekt heb!
Uit de reactie van Lambert (de mede-ontdekker) op mijn mail, blijkt dat hij ook op de ringtaling is uitgekomen.
Hieronder een van mijn foto's, en eentje van internet om te laten zien hoe hij eruit ziet. Het lijkt een heel andere vogel, maar het was echt dezelfde!

Mijn foto...

...en van internet.